Om te overleven in een wolvenwereld
moet je scherpe tanden hebben. Een staat die kernwapens bezit of de
mogelijkheid heeft ze snel in elkaar te zetten, heeft zich daarmee
vervaarlijke slagtanden aangemeten. Zelfs de enige supermacht ter
wereld bedenkt zich dan wel twee keer voordat-ie aanvalt. Met Noord-Korea
wordt door de VS onderhandeld, terwijl kernwapenloos Afghanistan en
Irak, dat nog jaren was verwijderd van een atoomwapen, met «preventief
geweld» werden onderworpen.
Iran handelt uit existentiële onzekerheid. Het land is door Bush
ingedeeld bij zijn fameuze as van het kwaad, en heeft zowel aan zijn
westgrens (Irak) als aan zijn oostgrens (Afghanistan) te maken met
Amerikaanse troepen. Geen prettig idee. Iran heeft de atoomkwestie
waarschijnlijk op de spits gedreven om duidelijk te maken dat het
niet met zich laat sollen, en zo een preventieve aanval voor te zijn.
Iran hamert er telkens op dat het onrechtvaardig is dat Israël
niet even streng wordt aangepakt. Dat is volkomen terecht. Israël
beschikt naar schatting over tweehonderd kernkoppen, die met kruisraketten
en straal jagers kunnen worden «afgeleverd». Israël
heeft nooit het non-proliferatieverdrag ondertekend Iran wel
en nooit toegegeven over atoomwapens te beschikken. Tot op
heden is het onder strenge internationale inspecties uitgekomen.
Waar Israël terughoudend is, loopt Iran echter hard van stapel.
Afgelopen maandag herdacht het land met een militaire parade het begin
van de oorlog tegen Irak in 1980. Daarbij werd vol trots een half
dozijn Sahab-3 raketten Irans eigen fabrikaat meegevoerd.
Die zijn geschikt om een kernlading te vervoeren en kunnen Israël
bereiken, en dus ook Amerikaanse troepen in de regio. Ze waren voorzien
van opbeurende opschriften als: «We zullen Amerika onder onze
voeten verpletteren» en «Israël moet van de kaart
geveegd». Maanden geleden al probeerde de Israëlische premier
Sharon vruchteloos Bush ervan te overtuigen dat Iran tot rede gebracht
moest worden. Maar Bush was bezig met Irak. Daarop maakte Sharon duidelijk
dat Israël desnoods zelf Irans nucleaire installaties zou bombarderen,
zoals het dat in 1981 ook deed met de Iraakse reactor in Osirek. Het
zou het begin kunnen zijn van een enorme geweldsuitbarsting.
Alleen daarom al moet de koninklijke
familie der Saoeds, die sinds 1932 Saoedi-Arabië op totalitaire
wijze bestuurt, zich ernstige zorgen maken. Maar er is meer aan de
hand. Het land verkeert in een crisis die het waarschijnlijk niet
meer te boven komt. De economie is vastgelopen. Als de Iraakse olieproductie
weer op gang is gebracht, heeft Saoedi-Arabië er een geduchte
olieconcurrent bij. Bovendien, Irak is nu de Amerikaanse uitvalsbasis,
de Amerikaanse troepen hebben Saoedi-Arabië verlaten.
De Amerikanen hadden de Saoedische onzekerheden kunnen verzachten
met zoete woordjes, maar ze deden het tegendeel. Sinds de aanslagen
van 11 september 2001 zijn de verhoudingen ernstig bekoeld. Vijftien
van de negentien kapers hadden de Saoedische nationaliteit, en gebleken
is dat de koninklijke familie jarenlang regeerde met gespleten scepter.
De Amerikanen werden gepaaid met olie en dollars, de moslimwereld
met anti-joods en antiwesters wahabitisch fundamentalisme en met «liefdadigheid»
ten bate van terroristische groepen als Hamas. Eind juli publiceerde
een onderzoekscommissie van het Congres haar rapport over 11 september
en concludeerde dat de terroristen deels door Saoedi-Arabië werden
gefinancierd. Naar verluidt bevatte het rapport nog veel meer beschuldigingen,
maar tot op heden zijn de gevoeligste delen ervan niet openbaar. Niet
geheel ten onrechte vreest het Saoedische koningshuis dat van de Amerikanen
weinig hulp valt te verwachten in tijden van nood. Schuilen onder
de nucleaire paraplu van de VS is onzeker geworden. Volgens The Guardian,
die zich baseerde op een strategisch document uit «de hoogste
kringen in Riad», hanteren de Saoedis drie opties: het
hele Midden-Oosten tot kernwapenvrije regio maken, zich aansluiten
bij een nucleair bondgenootschap, of zelf een nucleaire afschrikking
verwerven.
Eigenlijk bevatte de publicatie in The Guardian geen nieuws. Sterker,
zij leed onder een ernstige omissie. Want al in 1994 werd duidelijk
dat Saoedi-Arabië er niet voor terugdeinsde om zijn oliedollars
in te zetten om het Midden-Oosten een «islamitische bom»
te verstrekken waarmee Israël bedreigd zou kunnen worden. In
dat jaar vroeg en kreeg de topdiplomaat Mohammed Khilewi asiel in
de VS. Khilewi was de tweede man van de Saoedi-Arabische VN-missie
in New York. Hij nam een koffer vol documenten mee die onder meer
bewezen dat de koninklijke familie Hamas steunde met wapens, explosieven
en geld; dat ze financiers waren van Ramzi Yoesef, de terrorist die
in 1993 een aanslag pleegde op het New Yorkse World Trade Center.
En dat ze tot aan de Iraakse invasie van Koeweit in 1990 Saddam Hoessein
vijf miljard dollar gaven voor de ontwikkeling van een kernwapen,
onder de voorwaarde dat Saoedi-Arabië enkele bommen zou krijgen
als het project voltooid was. Khilewi verstrekte documenten die dit
aantoonden aan de Britse Sunday Times.